CCCXVIII. — 17 Octobre 1645. 2I
» cnde vercoren, die aile (uytgesondert dat een van deselve in de saecke » van René des Cartes, heer van Perron, ende desselffs philosophie sich » vorder heeft bemoeyt als men wel gewenscht hadde), dese Académie » door haer geleertheyt, godtsalicheyt ende neersticheyt sonderlingen » dienst ende voordeel gedaen hebben ende noch sijn doende, tôt groot » genoegen van de Magistraat ende aile vromen, onder dewelcke D. Gis- » bertus Voetius, S. Théologie Doctor et Professor necnon Ecclesiae » Pastor, de minste niet en wort bevonden, als gevende bundige instruc- » tie, sijnde in predicatien stichtelijck, in sijne disputatien scherpsinnich, » detesterende ende destruerende de atheisterije, libertinische ende ket- » terse opinien tegens de H. Schrifture strijdende, veele verdoolde tôt de » waere religie door middel van onderwijsinge ende exempel van een » godtvruchtich leven brengende, overgeblevene superstitien ofte bijge- » loven uijt der eenvoudigen hertcn uytroyende, sulcx dat van een pro- » fcssor der théologie cnde leeraer niet anders soude mogen begeert ofte » gewenscht wordcn. Ende gelijck aile dese goede qualiteyten hem bij » vrome ende godtvruchtige aengenaem maken, soo verweeken deselve » bij de vijanden der waerheyt bitteren hact ende nijt tegens hem, gelijck » in verscheyden deelen gebleken is, ende insonderheyt door sekere twee » brieven Of den naem van de voornoemde Dks Cartes in druck uytge- » geven. d'eene seschreven acn een jesuit Dinet genaemt en d'andere » gcintituleert Epislola Renaît des Cartes ad eeleberrimum virum etc., » daerbij denselven Des Cartes gemelten D. VoETim van veele godtloos- » hevden, boosheyden ende ondeuchden is besehuldigende, alsse dat hij » sijne predicatien soude misbruyeken tôt leugenen, guytachtige scheldt- » woorden, verweekinge van twist, seditien, infamatien van verscheyden » persoonen, onbehoorlijcke berispingen van machtige, verachtende de » hoger macht, sijnde een hypocrit, hartneckich, wraeckgierich, heers- » chappije gebruijckende over sijne collegas, ende 't selve soeckende te » doen over aile menschen, seditiens in syn rectoraet van de académie » geweest ende inde republijcke noch sijnde, ende diergelijcke meer, ver- » maenendc daeromme de regierders deser stadt daerop te willen letten » ende hem daerover stratfen, alhoewel hij Des Cartes deselve taxeert dat » se verboden hebben in haer E. Stadt te vercopen Regij verantwoordinge » op sekere thèses, onaengesien aile de werelt bekent was deselve verant- » woordinge seer eerlick ende sedich geweest te sijn. Van aile twelcke » mijn heeren van de Vroetschap voorseyt kennisse becomen hebbende, » hadden (alhoewel d'innocentie D. Voetij een yder, die hem te recht » kende, notoir was) op den i3 cn Junij lestleden bij publicatie nae voor- » gaende clockluijdinge den voornoemden Dks Cartes bekent gemaeckt, » dat hij sich binnen dese Stadt mochte instellen binnen den tijdt van » drie alsdoen naestvolgende weecken, genietende vrij accès ende reces, » omme den inhouden van de voorverhaelde twee brieven sulcx te veri- » rieren als hij soude oordeclen tôt sijne intentie dienstich te sijn. Waer op » den meergemelten Des Cartks bij sijne missive van den 6 en Julij daer-
•
�� �
