Page:Moniteur belge, année 118, n° 155, 3 juin 1948.djvu/15

La bibliothèque libre.
Cette page n’a pas encore été corrigée

Portugal, ratification 11 décembre 1947.

Siam, ratification 25 février 1947.

Suède, ratification 29 mai 1947.

Suisse, ratification 22 août 1947.

Syrie, adhésion 4 décembre 1947.

Turquie, ratification 23 février 1948.

Venezuela, ratification 13 juin 1947.


MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES

ET DES CLASSES MOYENNES.

28 AVRIL 1948. Arrêté du Régent concédant au « < Comité électrotechnique belge » le droit de déposer des marques collectives.

CHARLES, Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, SALUT.

Vu la loi du 1er avril 1879, modifiée par les arrêtés royaux, no 89, du 29 janvier 1935, n° 182, du 2 juillet 1935 et, n° 86, du 23 novembre 1939, confirmé par la loi du du 16 juin 1947, sur les marques de fabrique et de commerce ;

Vu l’arrêté royal, no 90, du 29 janvier 1935, modifié par l’arrêté royal, n° 85, du 17 novembre 1939, confirmé par la loi du 16 juin 1947, organisant la protection des marques collectives et notamment l’article premier, alinéas 3 et 4 de cet arrêté ; Vu l’arrêté royal du 30 juin 1937, modifié par les arrêtés royaux des 18 et 24 novembre 1939, réglant l’exécution de l’arrêté royal, n° 90, du 29 janvier 1935, précité ;

Vu la requête, en date du 8 avril 1948, de l’association sans but lucratif dénommée « Comité Electrotechnique belge », tendant à obtenir l’autorisation de déposer ses marques comme marques collectives ;

Considérant que cette association constitue une institution d’intérêt général ;

Sur la proposition du Ministre des Affaires économiques et des Classes moyennes,

Nous avons arrêté et arrêtons :

Article 1er. L’association sans but lucratif dénommée : << Comité Electrotechnique belge » (en néerlandais : « Belgisch Electrotechnisch Comite » ), dont les statuts ont été publiés en annexe au Moniteur belge du 1er février 1947, est autorisée à déposer, comme marques collectives, les marques utilisées par elle à titre de marque de qualité.

Art. 2. Tout producteur de matériel électrique peut être autorisé par le « Comité Electrotechnique belge à faire usage des marques déposées visées à l’article premier, à la condition de satisfaire aux dispositions du règlement fixé pour cet usage. Si le producteur est établi à l’étranger, l’autorisation d’usage est subordonnée à l’existence, dans le pays de son établissement, d’une réciprocité effective en faveur des producteurs belges. Art. 3. Le Ministre des Affaires économiques et des Classes moyenens est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 28 avril 1948.

Par le Régent :

Portugal, bekrachtiging 11 December 1947. Siam, bekrachtiging 25 Februari 1947. Syrië, toetreding 4 December 1947.

Turkije, bekrachtiging 23 Februari 1948. Venezuala, bekrachtiging 13 Juni 1947. Zweden, bekrachtiging 29 Mei 1947.

Zwitserland, bekrachtiging 22 Oogst 1947. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

28 APRIL 1948. EN MIDDENSTAND.

Besluit van de Regent waarbij aan het « Bel gisch Electrotechnisch Comité » het recht wordt toegekent gemeenschappelijke merken te deponeren. KAREL, Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL. Gelet op de wet van 1 April 1879, gewijzigd door de koninklijke besluiten n’89, van 29 Januari 1935 ; n’182, van 2 Juli 1935 en dit, n’86, van 23 November 1939, bevestigd door de wet van 16 Juni 1947, op de handels— en fabrieksmerken ; Gelet op het koninklijk besluit n° 90, van 29 Januari 1935, gewijzigd door het koninklijk besluit n 85, van 17 November 1939, bevestigd door de wet van 16 Juni 1947, houdende inrichting van de bescherming der gemeenschappelijke merken en inzonderheid artikel 1, alinea’s 3 en 4 van dit besluit ; Gelet op het koninklijk besluit van 30 Juni 1937, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 en 24 November 1939, houdende regeling van de uitvoering van het koninklijk besluit no 90, * van 29 Januari 1935, voornoemd ;

Gelet op het verzoekschrift van 8 April 1948, ingediend door de vereniging zonder winstbejag genaamd : « Belgisch Electrotechnisch Comité », strekkende tot het bekomen van de toelating haar merken als gemeenschappelijke merken te mogen deponeren ; Overwegende dat die vereniging een instelling van algemeen belang uitmaakt ;

Op de voordracht van de Minister van Economische Zaken en Middenstand,

Wij hebben besloten en Wij besluiten : Artikel 1. De vereniging zonder winstbejag genaamd : « Belgisch Electrotechnisch Comité » ( in het Frans : « Comité électrotechnique belge » ), waarvan de statuten in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van 1 Februari 1947 werden bekendgemaakt, wordt ertoe gemachtigd de door haar ten titel van kwaliteitsmerk gebruikte merken, als gemeenschappelijke merken te deponeren. Art. 2. Alle producenten van electrisch materieel mogen er door het Belgisch Electrotechnisch Comité » worden toe gemachtigd gebruik te maken van zijn in artikel 1, bedoelde gedeponeerde merken op voorwaarde dat zij aan de tot dit gebruik door het reglement vastgestelde schikkingen voldoen. Indien de producent in het buitenland gevestigd is, is de toelating van gebruik onderworpen aan het bestaan, in het land waar hij verblijft, van een wezenlijke wederkerigheid ten voordele van : de Belgische producenten.

Art. 3. De Minister van Economische Zaken en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, de 28 April 1948. CHARLES.

Le Ministre des Affaires économiques

et des Classes moyennes,

Vanwege de Regent :

De Minister van Economische Zaken

en Middenstand,

J. DUVIEUSART.

10 MAI 1948. Arrêté du Régent accueillant une requête déposée, par application de l’arrêté royal du 13 janvier 1935, permettant l’institution d’une réglementation économique de la production et de la distribution.

CHARLES, Prince de Belgique, Régent du Royaume, A tous, présents et à venir, SALUT.

Vu l’arrêté royal n° 62 du 13 janvier 1935, pris en vertu des pouvoirs attribués au Roi par la loi du 31 juillet 1934, prorogée et complétée par celle du 7 décembre de la même année, en vue du redressement économique et financier et de l’abaissement des charges publiques, modifié par les arrêtés royaux des 30 mars 1936 et 28 novembre 1939, et permettant l’institution d’une réglementation économique de la production et de la distribution ; 10 MEI 1948. Besluit van de Regent houdende aanvaarding van een verzoekschrift ingediend bij toepassing van het koninklijk besluit van 13 Januari 1935, dat toelating verleent tot het oprichten van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling.

KAREL, Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL. Gelet op het koninklijk besluit n° 62 van 13 Januari 1935, getrof fen krachtens de machten aan de Koning toegekend bij de wet dd. 31 Juli 1934, verlengd en aangevuld bij deze van 7 December van hetzelfde jaar, met het oog op het economisch en financieel herstel en de vermindering der openbare lasten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 30 Maart 1936 en 28 November 1939, waarbij toelating wordt verleend tot het oprichten van een econo mische reglementering van de voortbrenging en de verdeling.